Josephine Callewaert

Effecten van alcohol en kwetsbaarheid voor verslaving

Wat doet alcohol

Als je aan mensen vraagt wat alcohol met hen doet dan verkrijg je een lijst vol tegenstrijdigheden. De ene wordt socialer, de ander juist agressiever enzovoort. Bij de effecten van alcohol speelt er dus meer mee dan het middel alleen. De verwachtingen verschillen ook per cultuur (Mac Andrew & Edgarton, 1969). De houding in onze cultuur is ambigu. Bij feesten hoort alcohol maar het zorgt ook voor zinloos geweld, verkeersslachtoffers en verslaving.

Verwachte effecten of echte effecten?

De tegenstrijdige verwachtingen hebben geleid tot een onderzoeksopzet, ‘het gebalanceerde placebo design’, om de verwachte effecten van de echte te onderscheiden. Er worden verschillende condities opgesteld waarin personen effectief alcohol krijgen, denken dat ze alcohol krijgen maar een placebo krijgen en weten dat ze alcohol krijgen. Uit dit onderzoek komt er een hoofdeffect: groepen verschillen in gedrag als een functie van wat ze denken te drinken. Bij een lage dosis alcohol spelen voornamelijk verwachtingseffecten een rol. Bij een hoge dosis alcohol worden de échte alcoholeffecten belangrijker.
Er is inmiddels al veel onderzoek gedaan naar individuele alcoholverwachtingen. Deze blijken dan ook goede voorspellers te zijn van iemands huidig én toekomstig alcoholgebruik! Verder is deze reactie ook voor een deel genetisch bepaald.

Directe en latere effecten

Net zoals er een onderscheid gemaakt wordt tussen verwachten wordt dat ook gedaan voor directe en latere effecten. De relatie tot geslacht en lichaamsgewicht speelt hierbij een rol. Als een vrouw en man van hetzelfde lichaamsgewicht evenveel drinken is het alcoholpromillage hoger bij de vrouw. Alcohol is een psychomotor stimulant. Dit wil zeggen dat het effect van iemand die nog nooit of lange tijd niet heeft gedronken sterker is dan van iemand die dagelijks drinkt.

Alcohol en agressie

Alcohol en agressie correleren hoog. Het causaal verband daarentegen is minder duidelijk. Het onderliggend mechanisme van deze relatie is het concept van Alcohol-Myopia. Dit is een onvermogen om over de gevolgen van je daden na te denken. Agressie zal dus onder invloed van alcohol eerder optreden dan in een nuchtere staat.

Alcohol en spanningsreductie

Alcohol wordt vaak gebruikt als een middel om stress te doen afnemen. Hierbij speelt alchol-myopia ook een rol als onderliggend mechanisme. Er zijn aanwijzingen dat deze spanningsreductie alleen werkt bij voldoende afleiding. Als dit niet zo is, neemt de stress juist toe. Een aanvullend model hierbij is het appraisal-disruption model van Sayette. Volgens dit model is het moment waarop alcohol gedronken wordt cruciaal ten opzichte van het verschijnen van de stressor. Als men onder invloed is op het moment dat de stressor ervaren wordt is de stressreactie minder sterk. Maar als men alcohol drinkt nadat men stress ervaart dan kan er paradoxaal effect opdtreden. Drinken om je problemen te vergeten heeft dus weinig zin.

Individuele verschillen in kwetsbaarheid voor alcoholisme

Gedragsgenetisch onderzoek met tweeling- en adoptiestudies heeft aangetoont dat alcoholisme een erfelijke component bevat. De gemiddelde kwetsbaarheid voor verslaving bij kinderen van verslaafden ligt ook hoger dan voor een willekeurig kind. Het is niet één gen die hiervoor verantwoordelijk is maar meerdere genen.

Persoonlijkheidsfactoren

Er is evidentie voor de relatie tussen een brede cluster aan persoonlijkheidsfactoren en alcoholisme. Maar hierbij moeten er veel kanttekeningen gemaakt worden.
Individuele verschillen in de respons op alcohol
Hierbij moeten drie aspecten onderscheiden worden.
1. Kinder van alcoholisten ervaren de intiële activerende respons sterk. Dit wil zeggen dat ze de positieve effecten van alcohol direct na inname meer dan gemiddeld ervaren.
2. Kinderen van alcoholisten hebben minder last van de negatieve effecten van alcohol. Ze worden in andere woorden minder snel dronken. Uit een onderzoek van Schuckit blijkt dat des te minder iemand dronken dronken wordt des te grotere kans die persoon heeft om later alcoholafhankelijk te worden.
3. Mensen met weinig gedragscontrole gaan gemiddeld meer alcohol drinken. Dit kan gelinkt worden aan alcohol-myopia. Hier is er sprake van een positieve feedbackloop: gebruik van verslavende middelen wordt gekoppeld aan steeds grotere gedragsproblemen.
Deze kennis kan gebruikt worden in projecten van preventie voor jongeren met een verhoogd risico op alcoholisme;

Het artikel vindt u hier.

Wiers, R. (2000). Effecten van alcohol en kwetsbaarheid voor verslaving. Neuropraxis 4, 139-144.